Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Spoken Word - Derek Otte

Om de medewerkers te inspireren en een hart onder de riem te steken, bracht Derek Otte tijdens de Alfa Christmas Show op poëtische wijze een Spoken Word. 

De zon komt op, de zon gaat onder. Geen flitsen bliksem, zonder donder. Van dikke wolken, grijs en grauw… Tot zonnestralen, hemelblauw. Heide, weide, bomen, blaadjes. Over onontdekte paadjes. Richting duinen, strand en zee… Waait de wind steeds met ons mee. Óf flink tegen, als de regen valt. Zoals het leven mee- of tegenvalt. We bepalen de richting, maar de route… Voert ons steeds langs mogen, moeten. Willen, weten, hinken, hopen. Zolang we samen blijven lopen… Komt de zon op, gaat de zon weer onder… En blijft het bijna vanzelfsprekende, eigenlijk een wonder.

Zoals we de zon missen, als de zon niet schijnt… Waarderen we zóveel, als het plots verdwijnt. Soms krijgt moois zelfs pas betekenis, als het al lang en breed verdwenen is. Zo ging het met alle dingen die we deden, in een ogenschijnlijk ver verleden. Gaan en staan waar we maar wilden, her en der op pad. Elkaar ontmoeten, op de route, van hot naar her voor klantcontact. Midden in de samenleving, steeds lokaal actief. We vonden het bijzonder, namen het niet voor lief maar… En dat geldt voor ons allemaal: zoals de zon op en weer onder, was het eigenlijk normaal.

Tót normaal dus abnormaal werd en we samen moesten kijken… Naar hoe je in een tijd van afstand, dicht bij elkaar kunt blijven. Waar we in maanden van gemis, een ander konden blijven raken. Hoe we als mensen, onderling, het verschil konden blijven maken. Hoe de plotselinge stilte, ons in staat stelde om te tellen… Hoe gezegend we eigenlijk zijn met wie en wat we allemaal hebben.

Op en onder, wonderbaarlijk; elk eind is een nieuw begin. De beperkingen vragen nog steeds veel van ons en ons gezin. Onzekere tijden, angstig soms, zóveel mensen in gevecht. Verder weg maar ook dichtbij, kwamen mensen in zwaar weer terecht. Wat een jaar, 2020, voor velen een tunnel zonder einde. Maar samen zorgden we ervoor dat het licht juist ín die tunnel bleef schijnen.

We maakten er het beste van, maakten werk van dromen. Dichtbij elkaar, ook dichtbij degenen van wie we afscheid hebben genomen. We blijven ruimte bieden, we blijven grenzen slechten. We blijven in teams en rollen groeien, met de riemen die we hebben. We blijven elkaar helpen en de lastigste codes kraken. We blijven leren van onze fouten, die we blijven durven maken. In de stilte, óók op afstand, in deze twijfelachtige tijd. Zijn wij onderdelen van één geheel en raken we óns niet kwijt.

Dóór de regen, voors en tegens; wolken, grijs en grauw. Heide, weide, bomen, blaadjes; zonnestralen, hemelblauw. Als de wind waait, als het stormt. Als het bliksemt, als het dondert. Wij blijven in het zicht, dicht bij elkaar, zolang de zon op én weer onder. Tot alles weer wat beter gaat, alles wat dichter bij normaal. Tot alles weer wat lichter is, voor ons allemaal… Tellen we dubbel wat we hebben, niet enkel wat er mist. Wat er allemaal nog wél kan, met wie er bij ons ís. Tot we allemaal zorgelozer en weer onbevangen, vrij. Lopen we, hopen we… En houden we elkaar… Dichtbij.